WBL schaalt rioolwatermeting voor RIVM op naar alle rwzi's
Sinds april dit jaar werkt Waterschapsbedrijf Limburg (WBL) mee aan de landelijke rioolwatermeting van het RIVM. De rioolwatermeting helpt niet alleen bij het in kaart brengen van de verspreiding van COVID-19 in Nederland; de meting kan ook een belangrijke rol spelen bij het vroegtijdig signaleren van nieuwe oplevingen van het virus. Sinds kort wordt op 318 rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI's) gemeten, waaronder alle 17 RWZI's van WBL. Daarmee wordt het rioolwater afkomstig van 17 miljoen Nederlanders onderzocht op de aanwezigheid van corona.
Het onderzoek ging in april van start met 29 RWZI's in heel Nederland; 2 daarvan waren de RWZI's in Venray en Maastricht-Bosscherveld. "Op de vraag van het RIVM om mee te werken, hebben wij volmondig 'ja' gezegd: samen met de andere waterschappen dragen we graag bij aan de maatschappelijke uitdaging om het coronavirus te bestrijden", vertelt Arnold Jansen, WBL-bestuurder.
Het RIVM selecteerde de locaties Venray en Maastricht-Bosscherveld, omdat deze samen met de andere Nederlandse RWZI's een betrouwbare afspiegeling vormen van de Nederlandse bevolking.
Het rioolwateronderzoek is recent op verzoek van Minister Hugo de Jonge van VWS in korte tijd flink uitgebreid: van de 29 meetpunten in april (waarvan 2 WBL-locaties), naar 80 in juli (waarvan 6 WBL-locaties) en 318 locaties op dit moment.
Goede aanvulling COVID-19 surveillance
De rioolwatermeting helpt enerzijds bij het in kaart brengen van de verspreiding van het coronavirus in Nederland. Anderzijds speelt de meting een belangrijke rol bij het vroegtijdig signaleren van een mogelijke opleving van het virus. Mensen die besmet zijn, scheiden namelijk al virusdeeltjes uit nog voordat men klachten ondervindt en dus ook (ruim) voordat men getest wordt. Andere gegevens (testuitslagen, ziekenhuis- en IC-opnames) lopen altijd een aantal dagen achter op de feitelijke besmettingsrealiteit. Daarom is dit een goede aanvulling op de nationale COVID-19 surveillance, zoals het testen van mensen die gezondheidsklachten hebben. De data worden sinds 19 augustus openbaar gepubliceerd in het landelijke coronadashboard van de Rijksoverheid, dat wekelijks wordt geactualiseerd. Zo kan iedereen zien hoe het landelijk, maar ook in het eigen woongebied gesteld is met de aanwezigheid van corona in het afvalwater.
Het onderzoek
Alle 17 Limburgse RWZI's worden eens per week bemonsterd. Op de dag van de monstername worden gedurende 24 uur kleine hoeveelheden van het afvalwater afgetapt. Deze worden opgevangen in een monstervat. Het monster wordt de volgende dag gekoeld vervoerd naar het laboratorium van het RIVM voor onderzoek. In het laboratorium onderzoeken specialisten van het RIVM het rioolwater op de aanwezigheid van genetisch materiaal van het coronavirus. Dit genetisch materiaal heet RNA. In het rioolwater kunnen stukjes van dit RNA aanwezig zijn. Als dit het geval is, betekent dit dat er mensen in het betreffende gebied besmet zijn. Het is nog niet mogelijk om op basis van het aantal virusdeeltjes vast te stellen hoeveel mensen precies besmet zijn. Hier wordt momenteel wel onderzoek naar verricht door het RIVM. Op basis van het huidige onderzoeksmodel kan wel een grove schatting worden gemaakt van het aantal mensen waarvan de virusdeeltjes afkomstig zijn.
Het is ook niet mogelijk om de resultaten van het onderzoek te herleiden tot één persoon. De informatie kan wel herleid worden naar het voorzieningsgebied van de RWZI.
Big Brown Data
De rioolwatermeting is slechts één voorbeeld van wat er aan waardevolle data – Big Brown Data – schuilgaat in het afvalwater. Het RIVM doet deze meting nu voor het nieuwe coronavirus, maar deed dat eerder ook al voor het poliovirus en antibiotica resistente bacteriën. "Naast de rioolwatermeting voor het RIVM voeren wij in Limburg momenteel nog drie rioolwatermetingen uit op onze zuiveringslocaties, waaronder één naar de aanwezigheid van medicijnresten in het afvalwater; een andere grote maatschappelijke uitdaging die we graag willen aanpakken", aldus Arnold Jansen.